Nieuwsbericht

Opiniestuk van: Minister van Defensie Kajsa Ollongren (Nederland), Minister van Defensie Ludivine Dedonder (België) Minister van Defensie François Bausch (Luxemburg)

Op 21 maart 2022 hebben EU leiders het EU strategisch kompas aangenomen, een actieplan voor de komende 5 tot 10 jaar om defensiesamenwerking binnen de EU te versterken.

Het besluit van Poetin om Oekraïne binnen te vallen en de terugkeer van oorlog op het Europese continent hebben de naald van het kompas aangescherpt. De afgelopen dagen waren we getuige van de afschuwelijke beelden en berichten uit Bucha en Irpin. Wreedheden tegen de onschuldige burgers van Oekraïne. Oorlogsmisdaden moeten worden gedocumenteerd en onderzocht, zodat de verantwoordelijken aansprakelijk kunnen worden gesteld.

Het strategisch kompas wijst de richting naar een toekomst die de vrijheid van onze open en democratische samenlevingen waarborgt; de ‘zachte kracht’ die onze identiteit bepaalt. Om onze waarden en onze veiligheid te beschermen hebben we echter ook harde kracht nodig. Als de ministers van defensie van België, Nederland en Luxemburg zetten wij ons in om de Europese defensiesamenwerking naar een hoger niveau te tillen.

In een ongekend tempo breidt de EU de samenwerking op defensiegebied uit en levert zij diverse middelen in aanvulling op de slagkracht van de NAVO. De EU beschikt over meerdere fondsen, in totaal bijna 15 miljard euro, om de gezamenlijke ontwikkeling van militair vermogen te stimuleren, te investeren in militaire mobiliteit, de levering van wapens aan partnerlanden te financieren, en de stabiliteit te vergroten middels crisisbeheer en trainingsmissies.

En dat is nog maar het begin. We gaan gezamenlijk meer investeren in defensiecapaciteit, onze weerbaarheid tegen cyber en hybride dreigingen verhogen, en ons vermogen bestendigen om op te treden in crisissituaties en om de veiligheidsrisico's tegen te gaan die voortvloeien uit wereldwijde milieu- en klimaatverandering. Dit verbetert de Europese bijdrage aan het trans-Atlantische bondgenootschap en versterkt zo de NAVO, die het fundament blijft van onze collectieve verdediging. Het versterkt ook het vermogen van de EU om onafhankelijk op te treden wanneer dat nodig is, vooral als het gaat om crisisbeheer dicht bij huis.

De EU lidstaten gaan een snel inzetbare EU-capaciteit opzetten (een zogeheten Rapid Deployment Capacity, of RDC), met 5.000 militairen, die kan worden ingezet voor evacuatie en stabilisatie operaties. In 2025 zal Duitsland de lead nation zijn voor deze strijdkracht. Luxemburg gaat satellietcommunicatie en ruimte surveillance capaciteit leveren, en Nederland levert een manoeuvrecompagnie van150 militairen, uitgerust met Boxer pantserwielvoertuigen en eigen medische capaciteit. In 2024 zal België deelnemen aan EU-battlegroups, die de basis vormen voor deze snel inzetbare capaciteit. Het overweegt ook om in 2025 niche capaciteiten bij te dragen aan de RDC. De EU gaat ook haar militaire hoofdkwartier in Brussel versterken, aangezien goede commandovoering van essentieel belang is voor de planning en uitvoering van militaire EU operaties.

De Europese Vredesfaciliteit, die een jaar geleden is opgericht, stelt de EU in staat om de levering van materieel en wapens aan partnerlanden te financieren. In totaal is 20 procent van het budget van 5 miljard gebruikt voor de levering van wapens en andere hulp aan Oekraïne, waarmee het leger een betere verdediging kan voeren tegen de Russische agressie.

Het Europese Defensiefonds van 8 miljard euro wordt gebruikt om de lidstaten en de defensie-industrie nauwer te laten samenwerken bij de ontwikkeling en de verwerving van defensiecapaciteiten. Op die manier kunnen wij onze krachten bundelen wat financiële middelen betreft en onze interoperabiliteit bij operaties verbeteren. Het besluit dat veel Europese landen onlangs hebben genomen, om hun defensie-uitgaven te verhogen, zou een stimulans moeten zijn meer samenwerking op dit gebied na te streven. Want we hebben niet alleen méér nodig van Europa; we hebben een sterker Europa nodig.

Nederland, België en Luxemburg hebben een goede staat van dienst op het gebied van praktische defensiesamenwerking, wat zowel de EU als de NAVO ten goede komt. De Nederlandse en Belgische marine werken al sinds 1948 intensief samen; onze operationele marinestaven zijn geïntegreerd in de Admiraliteit Benelux. We werken samen bij het opleiden van militairen en bij de aanschaf en onderhoud van schepen, en we zijn logistiek nauw verweven. België en Nederland ondernemen een gezamenlijke aanschaf van nieuwe fregatten en mijnenbestrijdingsvaartuigen. Bovendien gaan België, Nederland en Luxemburg gezamenlijk verkenningsdrones aanschaffen, onderhouden en gebruiken.

De Benelux landen hebben gedeelde vliegtuigen en vlieguren in de multinationale NAVO- eenheid MRTT (Multi Role Tanker Transport). België en Luxemburg exploiteren gezamenlijk een vloot van acht transportvliegtuigen, waarmee zij een belangrijke bijdrage leveren op het gebied van strategisch luchttransport en militaire mobiliteit. Dankzij deze capaciteiten konden we veel van onze burgers en Afghanen vorig jaar augustus uit Kabul evacueren.

In het kader van NATO Air Policing bewaken België en Nederland ook samen het Benelux-luchtruim. In november werden Belgische straaljagers ingezet om twee Russische bommenwerpers te onderscheppen boven het Noordzeegebied dat door Nederland werd bewaakt.

Onze bilaterale en trilaterale samenwerking is zeer veelzijdig, het bestaat al heel lang, en het is gebaseerd op een hecht vertrouwen. We hopen dat het als voorbeeld kan dienen voor een meer grootschalig militaire samenwerking binnen de EU.

Poetin heeft het tegenovergestelde bereikt van zijn doel om verdeeldheid te zaaien tussen de EU en de NAVO. Zijn besluit om Oekraïne binnen te vallen heeft de Europese cohesie in de hoogste versnelling gezet. We zijn meer eensgezind en besluitvaardiger dan ooit, met een scherpere focus op onze collectieve belangen, zowel binnen de EU als de NAVO. Wat EU-brede defensie betreft zal het strategisch kompas de weg vrijmaken, en als Benelux-landen zijn wij ten volle bereid ons aandeel te leveren en de daaruit voortvloeiende plannen in de praktijk om te zetten.