Ondertekening van de intentieverklaring voor de inplanting van het Belgisch-Luxemburgs verkenningsbataljon

Die ondertekening is een bijkomende stap naar de oprichting van een binationaal Belgisch-Luxemburgs verkenningsbataljon. De kern van het toekomstige bataljon zal tegen 2030 gevestigd zijn in Aarlen, met één afdeling in Diekirch (Luxemburg) en een andere in Marche-en-Famenne (België). Het bataljon, dat meer dan 700 personen zal tellen, zal worden uitgerust met verschillende gespecialiseerde verkenningsvoertuigen, die ook zullen kunnen werken met de uitrusting voor de gemotoriseerde capaciteit (CaMo-programma), die de Belgische Defensie zal aankopen.

Ludivine Dedonder, Minister van Defensie van het Koninkrijk België: "De ondertekening vandaag illustreert opnieuw onze gezamenlijke wens om concreet mee te bouwen aan een Europese defensie. Het binationale bataljon en zijn afdelingen zullen worden gevestigd in gerenoveerde infrastructuur in Aarlen, Diekirch en Marche-en-Famenne. Deze nieuwe samenwerking met Luxemburg is een logische voortzetting van andere partnerschappen die in de loop der tijd zijn ontwikkeld, zoals de binationale BNU A400M-eenheid die de gemeenschappelijke vloot van 8 A400M-vliegtuigen beheert of van de gezamenlijke inzet van onze militairen tijdens operaties.”

François Bausch, Vicepremier en Minister van Defensie van het Groothertogdom Luxemburg: “Met de ondertekening van deze nieuwe intentieverklaring begint de voorbeeldige samenwerking tussen België en Luxemburg op defensiegebied aan een nieuw hoofdstuk. De oprichting van dit binationale bataljon zal dienen als voorbeeldproject van samenwerking op Europees niveau om de efficiëntie en effectiviteit van onze strijdkrachten te vergroten. Het zal ook de interoperabiliteit tussen onze legers vergroten, wat op NAVO-niveau des te belangrijker is geworden sinds de gebeurtenissen in Oekraïne. Het bataljon zal ook mogelijkheden bieden voor bijkomende samenwerking tussen onze beide landen en op Europees niveau, en zo bijdragen aan de versterking van de veiligheid binnen het Bondgenootschap en de Europese Unie.”