STAR-Plan
In het regeerakkoord van oktober 2020 was onder meer de verdere uitvoering en herziening opgenomen van de Strategische Visie voor Defensie tegen 2030 en van de militaire programmawet. Samen met mijn collega's van de regering en de Defensiestaf zijn we dan ook aan de slag gegaan met die herziening, een noodzakelijke doelstelling gezien de steeds evoluerende, complexe, onzekere en onvoorspelbare veiligheidsomgeving waarin we leven. Dit proces was een voortzetting van het POP- (People Our Priority) en het Kwartierplan en is nu uitgemond in dit STAR-plan, wat staat voor Security & Service – Technology - Ambition - Resilience.
Van bij mijn aantreden heb ik een strategisch comité van tien experts in verschillende domeinen aan het werk gezet om onafhankelijk een analyse te maken van de veiligheidsomgeving 2022-2030. Om te beginnen wil ik hen nogmaals bedanken voor hun waardevolle bijdrage. Hun analyse, grotendeels opgenomen in hoofdstuk I van het STAR-plan, heeft geresulteerd in dit plan, dat is gebaseerd op tien belangrijke leidende principes1 die de regering op 23 juli 2021 heeft goedgekeurd.
Deze strategische herziening geeft ook aanleiding tot een meerjarige aanpassing van de prioriteiten en de toe te wijzen middelen, via een herziening van de militaire programmawet. De belangrijkste domeinen die deze wet definieert, hebben betrekking op evoluties in het personeelsbestand, de rekrutering en herwaarderingsmaatregelen bij Defensie; investeringen in groot materieel en de versterking van de industriële en technologische defensiebasis.
Samen moeten de herziene militaire programmawet en het STAR-plan aan Defensie op lange termijn de adequate capaciteiten geven om te reageren op nieuwe hedendaagse uitdagingen, ook op het nationaal grondgebied.
Dit STAR-plan is gekoppeld aan een groeitraject tussen nu en 2030, zoals toegelicht in hoofdstuk 4. Hiermee willen we België ook positioneren in het hart van de Europese defensie en de Europese pijler van de NAVO. Door synergieën en versterkte internationale samenwerkingen is het mogelijk om naar meer efficiëntie te streven. Een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de lasten en risico's vormt daarbij de rode draad, net als het vertrouwen en de betrouwbaarheid van de beoogde partners.
De doelstelling voor 2030 van het STAR-plan is trouwens dezelfde als die voor de parallelle processen van het Europees Strategisch Kompas en de herziening van het Strategisch Concept van de NAVO. Die processen bieden een unieke kans om de inspanningen van de EU en het bondgenootschap beter op elkaar af te stemmen. Europa zal in de toekomst immers genoodzaakt zijn om zich meer voor zijn eigen veiligheid in te zetten en daarmee tegelijk zijn bijdrage aan de NAVO te versterken.
In die context moet Defensie op toekomstige crises en conflicten kunnen anticiperen en ze beheersen, de technologie verwerven om rivalen en mogelijke tegenstanders minstens een stap voor te zijn, maar ook een personeelsbestand behouden dat aangepast is aan het ambitieniveau. Vanwege zijn verankering in de samenleving zal Defensie ook op het nationale grondgebied worden ingeschakeld om de veiligheid van de bevolking te helpen verzekeren, door de bevoegde diensten (bv. hulpverleningszones, civiele bescherming of politie) te ondersteunen wanneer de middelen dit toelaten, en dit ongeacht de crisis.
De uitvoering van al die taken berust op een beter evenwicht tussen materieel, infrastructuur, personeel en de operaties.
Die nieuwe dynamiek houdt dan ook in dat er meer middelen worden toegekend op het vlak van materieel en personeel, maar ook meer structurele middelen om effectief en efficiënt te opereren. Als ik de ambitie van het STAR-plan in één zin moet samenvatten, zou ik zeggen dat het natuurlijk gaat om van de veiligheid van ons allemaal en van onze strategische partners en bondgenoten te waarborgen. Daarmee geven we het ministerie van Defensie weer een plaats in het hart van de natie en dichtbij de burgers. Die boodschap hebben we vertaald in de krachtlijnen van dit plan, dat de regering op 17 juni 2022 heeft goedgekeurd.
De doelstellingen van dit plan en van de militaire programmawet zijn uiteraard niet in steen gebeiteld en zullen evolueren, rekening houdend met de volatiliteit van de veiligheidsomgeving, zowel internationaal als nationaal. De ‘lessons learned’-processen, in het bijzonder met betrekking tot de dramatische overstromingen van juli 2021 in België, de wereldwijde COVID-19-pandemie en de terugtrekking uit Afghanistan, zijn bovendien nog steeds lopende op nationaal niveau en waar van toepassing ook op internationaal niveau. De niet uitgelokte en niet gerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft op zijn beurt geleid tot een duidelijke verandering in het veiligheidsparadigma. Om al die redenen hebben we voorzien in de mogelijkheid om de militaire programmawet en de strategische visie voor Defensie structureel te actualiseren, zoals aangegeven in hoofdstuk 8. In het kader van de oorlog in Oekraïne heeft de regering trouwens meteen dringende en noodzakelijke maatregelen genomen om een betere paraatheid van onze strijdkrachten te verzekeren. Het is in ieder geval duidelijk dat we in onze veiligheidshouding rekening zullen houden met elke nieuwe situatie die onze veiligheid bedreigt, ook in het kader van onze strategische partnerschappen.
Tot slot wil ik nogmaals mijn oprechte dank uitspreken aan mijn collega's in de regering, aan de parlementsleden, aan de Defensiestaf, aan de experts, aan mijn kabinet en aan al wie de denkoefeningen heeft ondersteund die ons hebben geholpen om vorm te geven aan deze nieuwe Visie voor Defensie tegen 2030. Een visie die absoluut cruciaal is om het departement weer de middelen te geven om zijn ambities waar te maken.
Tot slot dank ik u zelf, mevrouw of mijnheer, voor de interesse die u bij het lezen van dit STAR-plan toont voor de veiligheid van de samenleving en onze medeburgers in het algemeen, en ook voor de uitdagingen die wij vandaag zullen aangaan voor de vrouwen en mannen van Defensie.